Wilsele werd van oudsher doormidden gesneden. De Dijle, en later ook de Vaart en de spoorweg, scheiden “Wilsele-Dorp” (ten westen) en “Wilsele-Putkapel” (ten oosten) van elkaar. De parochie ontwikkelde zich in het westelijke gedeelte. Hier kwam de eerste kerk: de St.-Martinuskerk. Lange tijd werd alleen hier, bij de kerk, (christelijk) begraven. Wie in Putkapel overleed, werd overgebracht naar de andere kant van het water. Pas in 1895 werd Putkapel een afzonderlijke, zelfstandige parochie (St.-Agatha). Het duurde nog twaalf jaar vooraleer daar ook een eigen begraafplaats was.

Intussen zijn de oude begraafplaatsen van Wilsele-Dorp en Wilsele-Putkapel grotendeels gesloten. Alleen in bestaande concessies kunnen nog bijzettingen gebeuren. In Putkapel is wel nog ruimte voor urnen en kan de as van een overledene ook verstrooid worden. De meeste overledenen vinden hun laatste rustplaats op de nieuwe begraafplaatsen van Wilsele-Dorp (bij de spoorweg) of van Wijgmaal (Kroonstraat). Deze laatste begraafplaats kwam er na de fusie van de gemeentes van 1977 en is een gemeenschappelijke begraafplaats voor Wilsele-Putkapel en Wijgmaal.

Verder naar: